Een nieuwe veroveraar is op weg naar de Lage Landen. Vanuit Zuidoost-Europa wandelt de ‘gouden hond’ of Europese goudjakhals ongestoord onze kant op. Qua formaat past de nieuwkomer mooi tussen de vos en de wolf in. Hij heeft uiterlijke kenmerken van beide. Vermomd als grote vos of kleine wolf – hangt ervan af wat waarnemers willen zien – kan de goudjakhals ongemerkt nieuwe gebieden bereiken.
De wolf is dus niet de enige hondachtige die oprukt in grote delen van West-Europa. Ook de goudjakhals laat zich steeds vaker opmerken. Er is echter een belangrijk verschil tussen beide veroveringstochten: terwijl de wolf een comeback maakt, verovert de goudjakhals nieuw terrein. De wolf is een terugkomer: hij was hier inheems en leefde duizenden jaren naast ons, tot we hem uitroeiden. De goudjakhals is daarentegen een echte nieuwkomer. Hij kwam nooit eerder voor in ons deel van Europa en timmert in stilte aan een forse uitbreiding van zijn areaal.
Wie is die discrete veroveraar?

De goudjakhals is een middelgrote hondachtige. Hij komt sinds de laatste ijstijd voor in delen van Afrika, Azië en Europa. Zijn traditionele leefgebied strekt zich uit van de Balkan tot Thailand en van het Midden-Oosten tot aan Oostenrijk.
In Oost-Europa leven nog twee andere soorten jakhals: de zadeljakhals en de gestreepte jakhals.
In Noord-Afrika komt ook een hondachtige voor die als twee druppels water op de goudjakhals lijkt: de gouden wolf. Die is wel nauwer verwant aan de Europese wolf dan aan de goudjakhals.
Soort in opmars
Sinds enkele decennia breidt het verspreidingsgebied van de goudjakhals in Europa zich uit in noordelijke en westelijke richting. Vanuit zijn thuisbasis in landen als Turkije, Griekenland en Bulgarije begon de goudjakhals halverwege vorige eeuw al voorzichtig de rest van Europa te verkennen.
Hij bereikte Georgië, Oekraïne, Roemenië, Hongarije, Slovenië en Kroatië. Eind jaren 80 was het de beurt aan Italië en Oostenrijk. Vervolgens wist hij Tsjechië, Polen, Litouwen, Letland en Estland te bereiken. In 1996 zette hij zijn eerste stappen op Duitse bodem. Zwervende dieren zijn intussen ook al aangetroffen in Zwitserland, Frankrijk, Nederland, Denemarken en Scandinavië.
Er zijn allerlei oorzaken te bedenken voor de opmars van de goudjakhals. Allemaal hebben die één ding gemeen: aan de basis ervan ligt de mens.
Eén factor zou de teloorgang van de schapen- en geitenhouderij in veel landen kunnen zijn. De voormalige extensief begraasde steppes in Turkije en andere landen zijn met behulp van irrigatie uit enorme stuwmeren omgezet in eindeloze graanvelden. Waar schapen en geiten verdwijnen uit het landschap, heb je ook geen boze boeren meer die roofdieren willen bestrijden om schade aan hun kudde te voorkomen. Zo werd er vroeger veel vergiftigd aas uitgelegd tegen wolven. Volwassen wolven zijn daar eigenlijk niet zo gevoelig voor, want doorgaans slim genoeg om niet van vergiftigd aas te eten, maar als vuilnisman van de natuur had juist de goudjakhals – en met hem onder meer ook gieren, arenden en raven – daar zwaar onder te lijden. Waar het kleinvee verdwijnt, vermindert ook het gebruik van gif tegen predatoren. Dat is in die landen nu veel minder een zaak van boeren, enkel nog van jagers. De goudjakhals wordt dus minder vaak het slachtoffer.
Een ander voordeel voor de goudjakhals is dat de landbouw in Europa zich massaal terugtrekt van marginale gronden, wat nieuwe ruimte voor de natuur oplevert. Reeën, hazen, konijnen en kleine knaagdieren profiteren daarvan, en in hun zog volgt de goudjakhals.
Aangezien de goudjakhals bij het zoeken naar zijn favoriete prooi – kleine knaagdieren – hinder ondervindt van sneeuw, zal ook de klimaatverandering in zijn voordeel spelen, zeker noordelijk, zoals in de Baltische staten en Scandinavië. Naarmate het aantal dagen sneeuwbedekking jaar na jaar afneemt, duikt de goudjakhals steeds noordelijker op.
Verder is de jakhals geholpen door de eeuwenlange intensieve vervolging van de wolf. Wolven verdragen geen andere middelgrote roofdieren in hun territorium en staan ze naar het leven. Binnen een wolventerritorium is er dus weinig lol te beleven voor de goudjakhals. Maar overal waar de mens de wolf heeft uitgeroeid, heeft de goudjakhals geprofiteerd van dat vacuüm en gouden tijden beleefd, bijna twee eeuwen lang. Met de comeback van de wolf ontstaat voor de jakhals een nieuwe realiteit, maar in tussentijd heeft de goudjakhals wel veel nieuw terrein veroverd en delen van West- en Noord-Europa gekoloniseerd waar hij nooit eerder voorkwam.
Tot slot is de goudjakhals zelf veranderd en heeft hij zich aangepast om vooruit te komen, ook letterlijk. Het is een slimme opportunist die ’s nachts dicht bij bewoning durft komen. Naast veel ratten en muizen is daar vaak ook afval te vinden. Zeker waar nog open huisvuilstorten voorkomen, staat voor de jakhals een rijk gedekte tafel klaar.
Een miniwolf op kortere poten
De goudjakhals is een middelgrote hondachtige. Hij komt sinds de laatste ijstijd voor in delen van Afrika, Azië en Europa. Zijn traditionele leefgebied strekt zich uit van de Balkan tot Thailand en van het Midden-Oosten tot aan Oostenrijk.
De goudjakhals heeft een dichtere vacht dan andere jakhalzen. De vachtkleur verschilt per regio, maar varieert ook met de leeftijd en zelfs met het seizoen. Vooral in de winter kan de rug erg donker zijn. De borst en buik zijn licht, de poten en de achterzijde van de oren zijn rossig of gelig van kleur.

De naam goudjakhals is in feite ietwat verwarrend. De kleuraanduiding klopt wel: de vachtkleur is zandkleurig of rossig grijsgeel met een gouden glans tot goudrood; zijn Latijnse naam – Canis aureus – betekent dan ook ‘gouden hond’. Het is de kwalificatie ‘jakhals’ die je op het verkeerde been kan zetten: de goudjakhals is nauwer verwant aan de iets forsere Amerikaanse coyote en aan de wolf dan aan de zadeljakhals en de gestreepte jakhals die we kennen uit documentaires over de Afrikaanse savanne. In Noord-Afrika komt nog een andere hondachtige voor die als twee druppels water op de goudjakhals lijkt: de gouden wolf. Die is nauwer verwant aan de Europese wolf dan aan de goudjakhals.
Een goudjakhals weegt tussen 6 en 15 kilogram en heeft een kop-romplengte van 65 tot 105 centimeter. De afhangende staart is 18 tot 30 centimeter lang. Over het algemeen zijn vrouwtjes iets kleiner dan mannetjes. Met een schofthoogte van 46 tot 51 centimeter zit de goudjakhals tussen de vos (35-40 cm) en de wolf (66-84 cm) in.

Mix van vos en wolf
Het dier lijkt ook op een kruising tussen een vos en een wolf. De goudjakhals heeft de spitse snuit van een vos, maar de vachtkleur van een wolf. Hij is kleiner en slanker dan de wolf met verhoudingsgewijs kortere poten en een kortere staart. Zoals bij een wolf is de staartpunt donker. De staart hangt altijd omlaag. De oren van de goudjakhals zijn naar verhouding groter dan die van de wolf.
De goudjakhals is erg schuw en leidt net als de meeste vossen en wolven een verborgen leven. Vos en wolf verraden hun aanwezigheid nog doordat ze beide hun territoria markeren met opvallende drollen die ze midden op paden of kruispunten leggen. Maar de goudjakhals doet dat anders: hij legt zijn keutels ergens in de struiken, waardoor je ze niet snel zal vinden.
Anders dan bij alle andere hondachtigen zijn bij de goudjakhals de zooltjes van de twee voortenen aan de achterzijde met elkaar vergroeid. Dat levert een unieke pootafdruk op die gemakkelijk te onderscheiden is van vos, wolf of hond.

Van alle markten thuis
De goudjakhals is een echte opportunist. Met zijn zeer brede voedselvoorkeur kan hij in vrijwel elk type landschap gedijen, van halfwoestijn tot moeras. Zijn voorkeur gaat uit naar beboste gebieden met open plekken, maar het dier gedijt ook goed in landbouwgebieden. In Hongarije en Oostenrijk wordt hij ook wel ‘rietwolf’ genoemd, wat aangeeft dat hij eveneens in natte gebieden kan leven.
Zolang hij niet te intensief vervolgd wordt, kan de goudjakhals goed overweg met de aanwezigheid van mensen. Soms zoekt de jakhals zelfs actief de menselijke nabijheid op om zich te voeden met ratten en muizen, kleine huisdieren en afval. De kat van de buren is dan niet meer veilig. De goudjakhals kan dus dicht bij mensen leven, maar blijft wel schuw. Hij zal de menselijke omgeving dan ook eerder ’s nachts opzoeken.

In gebieden waar ook wolven voorkomen, leven jakhalzen bij voorkeur net in die delen die de wolven mijden. De wolven zouden de jakhalzen immers doden als ze elkaar tegenkomen; binnen een wolventerritorium zouden de jakhalzen dus voortdurend gevaar lopen.
Vaak komen jakhalzen voor in kleinschalige landschappen met zowel natuur- als cultuurpercelen. Een stuk ondoordringbaar kreupelhout is daarin belangrijk. Europese jakhalzen gaan grote open vlaktes liever uit de weg.
Roedeldier
Net als de wolf leeft de jakhals in roedels. Een roedel bestaat uit een monogaam ouderpaar met hun jongen. Als de jongen ongeveer twee jaar oud zijn, trekken ze weg en gaan ze op zoek naar een eigen territorium.
Een leefgebied van een roedel goudjakhalzen is gemiddeld maar twee tot drie vierkante kilometer groot. Het varieert van maar één vierkante kilometer bij hoge voedseldichtheden tot 12 vierkante kilometer in gebieden met weinig voedsel. Een wolvenroedel – en zelfs een solitaire wolf – heeft een territorium dat 100 keer groter is.

In april en mei worden de jongen geboren. Goudjakhalzen kunnen grote worpen voortbrengen, wat bijdraagt tot hun soms snelle verspreiding. De jongen komen ter wereld in een zelf gegraven hol of in een overgenomen vossen- of dassenburcht. Soms maakt de jakhals gewoon een leger in het kreupelhout of te midden van ondoordringbare ondergroei.
Goudjakhalzen jagen meestal alleen, maar op plekken met hoge dichtheden is waargenomen dat de jakhals ook in familieverband jaagt. Goudjakhalzen communiceren net als wolven over lange afstanden met elkaar door te huilen, maar dat gehuil klinkt hoger en meer keffend en klagend dan het gehuil van een wolf.
Opportunistische alleseter
De goudjakhals is een echte alleseter, maar kleine dieren vormen de basis van zijn dieet. Daarbij gaat zijn voorkeur uit naar hazen, konijnen, muskusratten, beverratten, mollen, ratten, muizen en andere kleine knaagdieren. Ook vogels, reptielen en insecten versmaadt hij niet.
Waar kleine zoogdieren minder rijkelijk aanwezig zijn, zijn kleinere hoefdieren en hun jongen – denk aan reeën, damherten, jonge wilde zwijnen en edelhertkalveren – evenmin veilig voor de goudjakhals. En ja, uitzonderlijk lust hij ook wel lammetjes, pasgeboren veulens en kalfjes van landbouwdieren. Lokaal leidt dat soms tot problemen met de bevolking. In de meeste landen veroorzaken jakhalzen echter aanzienlijk minder schade dan wolven of verwilderde honden.
Naargelang het jaargetijde eet de jakhals ook zaden, wortels, knollen en fruit. Ook aas en afval staan op het menu. In tegenstelling tot de wolf, die een pure vleeseter is, is de goudjakhals veel meer een omnivoor die zich aanpast aan wat het gebied hem verschaft, ook als dat aanbod varieert met de seizoenen.

Driehoeksverhouding
In zijn voedselkeuze vertoont de jakhals een grote overeenkomst met de vos en dus beconcurreren ze elkaar en mijden ze elkaars aanwezigheid. Jakhalzen zullen hun best doen om vossen echt uit te schakelen en ze dus naar het leven staan.
Het dieet van zowel vos als jakhals overlapt ook deels met dat van de wolf, wat voor de wolf dan weer een reden is om zoveel mogelijk jakhalzen én vossen op te ruimen binnen zijn territorium. Nochtans jaagt de wolf vooral op grote tot middelgrote zoogdieren zoals edelhert, damhert, ree, wild zwijn, haas en konijn, terwijl de prooidieren van een goudjakhals – en zeker die van een vos – gemiddeld veel kleiner zijn. Toch hanteert de wolf het principe ‘opgeruimd staat netjes’ als het op andere hondachtigen aankomt.

Kruisen met wolven en honden
Ondanks de onderlinge vete tussen de drie wilde hondachtigen kan de goudjakhals in theorie hybridiseren met wolf – en dus ook met de tamme afgeleide ervan, de huishond – en daarbij vruchtbare nakomelingen voortbrengen. In de praktijk zijn er slechts enkele gevallen bekend, in onder meer Bulgarijke (met wolf) en Kroatië (met hond). Kruisingen met wolf lijken met name voor te komen wanneer wolven- en/of jakhalzenroedels verstoord worden door jacht of stroperij.
Kruisingen met vos of wasbeerhond zijn nog nooit waargenomen. Ze liggen ook niet voor de hand aangezien ze genetisch te veel van elkaar verschillen.
Gluren bij de buren
In Duitsland zijn er inmiddels al tientallen meldingen van goudjakhalzen. Al in 1996 was er een waarneming in een bruinkoolgroeve in Cottbus. Dat dier werd in 1998 illegaal geschoten. In 2004 werd in dezelfde omgeving weer een goudjakhals waargenomen. Inmiddels is de goudjakhals in Duitsland ook al minstens twee keer waargenomen op ‘loopafstand’ van de Nederlandse grens. De eerste waarneming dateert van mei 2015, bij Cuxhaven, op 110 kilometer van de Nederlandse grens bij Groningen. De tweede waarneming werd gedaan in augustus 2015, ten noordoosten van Frankfurt, op 220 kilometer van Nederlands Limburg en België. Een zwervende goudjakhals kan zo’n afstand in een week of twee overbruggen.
In de herfst van 2017 betrapte een wildcamera in de Haute-Savoie een eerste goudjakhals in Frankrijk.

Op 19 februari 2016 ‘ving’ een cameraval op een ecoduct in de Veluwe de eerste goudjakhals op Nederlands grondgebied. In 2017 is nog een tweede goudjakhals door een cameraval gefotografeerd op een ander ecoduct in de Veluwe. In 2019 liet er zich ook in Drenthe één betrappen. In oktober 2020 kwam een jakhals vanuit Duitsland naar Nederland via de Gelders Poort; in de Ooijpolder werd zijn DNA gevonden op dode schapen. Begin mei 2021 werd een goudjakhals gefilmd door een landbouwer vanop z’n tractor in het Groningse dorp Uithuizermeeden. Nog recenter zijn er meldingen uit de provincies Utrecht en Friesland. Daarmee staat het aantal waarnemingen in Nederland al op zeven.
Zoals dat eerder al het geval was voor de wolf, blijven België en Luxemburg over als laatste landen in Europa die nog geen goudjakhalzen mochten verwelkomen. Maar ook dat is slechts een kwestie van tijd.

Exotische schietschijf of waardevolle nieuwkomer?
Wat als de goudjakhals onze grens oversteekt? Anders dan de wolf, die vroeger in heel Europa voorkwam en nu zijn comeback maakt, is de goudjakhals voor veel landen een nieuwe soort die er vroeger nooit heeft geleefd. Beschouwen we hem dan ook als een exoot die moet worden bestreden, of verwelkomen we hem met open armen als aangename aanvulling op onze inheemse biodiversiteit?
Het leefgebied van de goudjakhals heeft zich in de loop van de twintigste eeuw langzaam maar zeker uitgebreid. De goudjakhals kan daarom in gebieden waar hij zelfstandig naar toe is gekomen niet beschouwd worden als exoot of uitheemse soort. Volgens het Biodiversiteitsverdrag en het Verdrag van Bern zijn die termen alleen van toepassing als een soort door de mens buiten zijn normale verspreidingsgebied is gebracht. Denk aan bijvoorbeeld Amerikaanse nertsen die ontsnappen uit pelskwekerijen, wasberen die de benen nemen uit dierentuinen of huisdieren die ontsnappen zoals de grijze eekhoorn.

Met de expansie van de goudjakhals is geen rechtstreekse menselijke tussenkomst gemoeid; hij heeft zich volledig zelfstandig een weg doorheen Europa gebaand. De goudjakhals is dus per definitie geen exoot, wel integendeel: de goudjakhals is een Europese soort die op eigen kracht zijn verspreidingsgebied uitbreidt. Zodra hij een poot zet in Nederland of België, is hij hier inheems. Daarover kan geen discussie zijn.
Europees beschermd
In de nationale wetgeving van de Europese landen waar de goudjakhals voorkomt, varieert zijn juridische status van strikt beschermd tot vogelvrij. In Oekraïne, Estland, Letland en Litouwen wordt de goudjakhals door de autoriteiten beschouwd als ongewenste exoot die afgeschoten moet worden. Voor de Baltische staten is dat volledig in strijd met het Europees recht. Er zijn immers internationale verplichtingen waar de lidstaten van de Europese Unie zich aan dienen te houden.
De goudjakhals staat vermeld op Bijlage V van de EU-Habitatrichtlijn. Deze internationale aanwijzing – met bijhorende verplichtingen – beperkt de vrijheid van nationale overheden om het beleid ten aanzien van deze soorten te bepalen en brengt onverminderd verplichtingen met zich mee.
De Bijlage V-status bepaalt in ieder geval dat lidstaten ervoor moeten zorgen dat de soort in een gunstige staat van instandhouding wordt gehouden. Uitroeien als een exoot staat haaks op die instandhoudingsdoelen.

Welkom jakhals!
Door de aanwezigheid van veel schuilplaatsen en meer dan voldoende voedsel zijn de Lage Landen een geschikt leefgebied voor de goudjakhals. Het dier houdt onder meer van rietkragen, uiterwaarden en cultuurlandschap met boomgaarden. Nederland en Vlaanderen lijken wel op maat gemaakt en ingericht voor de goudjakhals. Uit een studie blijkt dat er in kikkerland plaats is voor honderden roedels of dus enkele duizenden dieren. De goudjakhals gaat daar beslist niet nee tegen zeggen.
De goudjakhals kan zich eenvoudig door een gebied verspreiden en wordt niet snel tegengehouden door een hoge dichtheid van mensen of een dicht wegennet. Net zoals dat voor de wolf het geval was, is de vraag dus al lang niet meer of de goudjakhals zal komen, de vraag is alleen nog wanneer.
De komst van de goudjakhals is ongetwijfeld een meerwaarde voor de biodiversiteit en de natuurbeleving in de Lage Landen. Met de wolf en de lynx hebben we al twee van de Europese Big Five in huis. De goudjakhals zou een mooie aanvulling zijn.

Verandering op til
Het valt niet nauwkeurig te voorspellen wat de gevolgen zullen zijn wanneer goudjakhalzen zich vestigen in Nederland en België. Het wordt wel interessant om te zien welke niche de nieuwe soort zal innemen. Wellicht zal hij vossen weghouden uit zijn territorium, terwijl hij wolven zal mijden.
Mogelijk gaan goudjakhalzen meer dan vossen jonge schapen of geiten aanvallen. Net als bij wolven kunnen schrikdraad en kuddebeschermingshonden voor een goede afweer zorgen. Als een omheining wolf-proof is, is ze meteen ook jakhals-proof en hond-proof.
Onder de wilde hoefdieren zullen vooral reeën en jonge damherten op het menu staan en in mindere mate edelhertkalfjes. In sommige duingebieden in Nederland zouden jakhalzen een natuurlijke rem kunnen zetten op de damhertenpopulatie, vooral omdat ze kleinere territoria hebben dan wolven en dus in hogere dichtheden kunnen voorkomen.
Zoals de vos zal ook de goudjakhals proberen ganzen en hun eieren en jongen te verschalken, wat een invloed kan hebben op populaties van zogenaamde zomerganzen (broedende grauwe ganzen en brandganzen) en exoten onder de ganzen (nijlganzen en Canadese ganzen). Goudjakhalzen blijken bovendien erg efficiënt in het bejagen van muskusratten en beverratten; ze kunnen dus een bondgenoot worden in het bestrijden van problematische exoten. Over de relatie met wasbeer is nog maar weinig bekend, maar wie weet wordt ook dat nog heel spannend.

Leren samenleven
Net als de terugkeer van de wolf en de heropstanding van de vos en de steenmarter brengt de komst van de goudjakhals ook uitdagingen met zich mee. Als echte opportunisten zullen goudjakhalzen wel eens een kippenhok leegroven of een schaap aanvallen. Lokaal kunnen ze misschien een bedreiging vormen voor andere inheemse soorten. Het samenleven met de goudjakhals zal echter geen wezenlijk nieuwe conflicten of uitdagingen opleveren. Een goed jakhalzenplan kan snel klaar zijn: zoek en vervang even wolf door goudjakhals in het landelijk wolvenplan en je komt al een heel eind.
De conflicten die we al kennen van het samenleven met vossen en wolven gaan zich herhalen. De preventieve maatregelen voor jakhals zijn dezelfde als die voor wolf, alleen zullen ze in nog meer gebieden moeten uitgerold worden. Zelfs voor de voorlichtingsfolders en rondreizende expo’s kunnen summiere aanpassingen volstaan: jakhalzen eten als wolven (of toch bijna), paren als wolven, vormen vergelijkbare roedels, zwerven zelfs als wolven. Een tijdig actieplan met monitoring, preventieve maatregelen en voorlichting van het publiek kan heel wat frustraties vermijden.
Door proactief na te denken over een wettelijk kader rond vergoeding van eventuele schade of subsidiëring van preventieve maatregelen kunnen we de intrede van de goudjakhals een stuk soepeler laten verlopen.
Het gaat nog heel boeiend worden om te zien welke ruimte wolf, goudjakhals en vos in de Lage Landen gaan innemen, en hoe ze dat onder elkaar geen regelen. Onze reeën, hazen en konijnen hebben in ieder geval onbezorgder tijden gekend, zoveel is zeker.

Een jakhals gezien?
Graag melden via info@welkomwolf.be of een telefoontje naar +32(0)495-32 53 30 (Jan Loos).