Telkens als de wolf in het nieuws verschijnt, reageren mensen heftig en emotioneel. Sommige moeders durven hun kinderen niet meer buiten laten spelen, boeren zijn bang voor hun vee en jagers voor hun wild. Onze reacties worden veelal ingegeven door wat we denken te weten van de wolf. De meeste mensen kennen hem enkel van sprookjes of in het beste geval van de dierentuin. Allemaal hebben we in onze jeugd wel eens een sprookje gehoord waarin een wolf voorkwam. Zo werd de oma van Roodkapje opgegeten door de grote boze wolf, moesten de zeven geitjes zich in de klok verstoppen en jaagt Midas de wolf tevergeefs op de drie biggetjes.
Al deze sprookjes hebben mee ons beeld van de wolf bepaald. In onze spreekwoorden is de wolf steevast de slechte. Uitdrukkingen als ‘iemand voor de wolven gooien’ of ‘een wolf in schapenvacht’ doen niet veel goeds vermoeden. Negatieve sprookjes, mythen en sagen zijn vooral ingegeven door angst: angst voor het onbekende, angst voor een groot roofdier en angst voor hondsdolheid. Al eeuwenlang leven mens en wolf zij aan zij, en maar zelden werd een mens aangevallen of gedood. Toch kent Europa talloze verhalen over wolven die een spoor van dood en vernieling nalieten.
Een eerste belangrijke bemerking daarbij is de volgende: als zelfs vakmensen vandaag de dag nog problemen hebben om het onderscheid te maken tussen een echte wilde wolf en een wolfhybride, hoe kan dan een slachtoffer van een wolvenaanval of een ooggetuige in vroeger tijden precies geweten hebben of het een wolf of een wolfhybride betrof? Al zal de echte schuldige lang niet altijd een wilde wolf zijn geweest, toch zijn er gronden om aan te nemen dat in vroeger tijden wolvenaanvallen wel degelijk voorkwamen.
Copyright © 2012 Landschap VZW - Site by Bart Heirweg